Mooie Rotterdam-marathon levert stoere Ciko-verhalen op
ROTTERDAM – Een stevige delegatie uit groep vijf en zes liep gisteren de Rotterdam Marathon. ‘Ik ben 100 keer gestorven’, aldus één van hen, Jeroen van Baal.
Het mooie weer was natuurlijk fantastisch voor de supporters, maar fnuikend voor de lopers. Ze waren de marathon gestart met wintertrainingskilometers. De supporters hadden nog een fantastisch voordeel: de app die live aangeeft waar de ciko-lopers zich bevinden op het parcours. Zo ontstaat er gezeten in het zonnetje langs de kant van de weg een bloedstollende wedstrijd in de wedstrijd tussen de Ciko-lopers van groep vijf en zes.
Peter Janssen, ultraloper en daardoor kilometervreter liep de hele wedstrijd aan kop en finisht in 3:17. Geweldige tijd. Op kilometer 38 heeft hij zelfs nog tijd voor een praatje met de fans langs de kant van de weg. ‘Het is warm’, meldt hij. ‘En komt Herbert eraan? Dan ga ik weer.’ Weg is-tie!
Herbert van den Brink loopt lang in het kielzog van Janssen. Maar Herbert krijgt een tik van de warmte in de laatste tien kilometer. Dusdanig dat hij door kramp zelfs struikelt. Een modern lijdensverhaal. Hij finisht binnen de vier uur. Zelf had hij meer verwacht, maar even later op een terras ‘kan hij er goed mee leven’. Hij is ervoor gegaan en deze keer ging het net niet. Soms heb je teveel zonneschijn in het leven.
Achter de twee koplopers komt een pelotonnetje met Jeroen van Baal, Jeanette Langenberg, Driss Abbassi en Michiel Nederlof. Jeanette en Driss zullen zich afscheiden waarbij de ervaren Jeanette een prachtige constante race loopt die haar op een eindtijd kort onder de vier uur brengt.
Driss loopt verreweg de meest uitgekiende race. In de marathon van Amsterdam, zijn eerste, is hij eerder tegen een muur opgelopen op kilometer 30. Totale kramp! Dankzij zijn ‘coaches’ weet hij nu dat hij rustig moet beginnen. Driss moet met de handrem erop van start gaan. Hun stemmetjes hoort hij de hele marathon in zijn hoofd, zo zal hij later zeggen. Het helpt. Driss loopt een schitterende 3:39 en ‘snoept’ daarmee maar liefst 45 minuten (!) van zijn pr af. Dat hij na de finish even ‘out’ gaat geeft extra relief aan zijn inspanning. Echt een sportman én marathonman.
Michiel en Jeroen ondertussen komen keihard de man met de hamer tegen. Jeroen heeft een haat-liefde verhouding met Rotterdam, zeg maar haat. Hij zal later in de whatssapp-groep zeggen dat hij 100 keer is gestorven. Over de haat-liefde: Jeroen startte ooit in Rotterdam met een achillesblessure en liep ruim vier uur. Vorig jaar was hij topfit maar werd bij een drankpost omvergelopen. Dat leidt tot uitstappen. Dit jaar loopt hij heel lang op een schema onder de vier uur maar geeft ongelooflijk veel toe in de laatste kilometers. Michiel zal na de finish verbaasd op zijn klokje kijken: 4:01 dat is een minuut onder zijn pr. Lijden met een beloning!
En dan Jante Alberts. Zij loopt haar eigen race tot zij op km 30 een vriendin tegenkomt. Deze wil uitstappen. Jante kijkt op haar klokje en ziet dat haar eigen tijd niet haalbaar is. Meteen schiet ze in haar rol van meelopend coach en navigeert haar vriendin naar de finish! Samen en hand in hand – laten we zeggen op zijn echt Arnhems – finishen zij op de Coolsingel.
Lee Towers die traditioneel het startlied zingt zit dan al lang thuis op de bank, waarschijnlijk Parijs-Roubaix te kijken. Ook leuk, maar nooit zo leuk als een marathon!