Regels voor gebruik krachthonk
- Het is niet toegestaan om alleen in de krachttrainingsruimte te zijn om te trainen, altijd met meerdere atleten en onder deskundige begeleiding van een ter zake kundige CIKO-trainer.
- Het CIKO-bestuur heeft een coördinator voor het krachthonk aangesteld, die zorg draagt voor alle apparatuur. Deze coördinator beoordeelt tevens welke CIKO-trainers ‘ter zake kundig’ zijn om atleten te begeleiden.
- Alle gewichten dienen direct na gebruik weer van de apparatuur of halters afgehaald en opgeborgen te worden op de juiste plaats. Hetzelfde geldt voor de halters en overige apparatuur: terugzetten na gebruik.
- Vooraf controleren of het materiaal in orde is, bijvoorbeeld of de sluitringen vastgezet zijn en de gewichten, die bedoeld zijn, er ook echt aan zitten.
- De krachttrainings- en cardioruimtes zijn gecontroleerde ruimtes, dat wil zeggen dat er géén spelletjes zijn toegestaan, en ook niet ‘even’ uitproberen.
- De apparaten en halters mogen alleen volgens de ‘gebruiksaanwijzing’ gebruikt worden, onder toezicht van een ter zake kundige CIKO-trainer.
- Houd de krachttrainings- en cardioruimte ordelijk, schoon en netjes.
- Vanaf de B-junioren mag men het krachthonk in onder begeleiding van een ter zake kundige CIKO-trainer en zal men hoofdzakelijk bezig zijn met techniektraining. Nadat atleten lichamelijk nagenoeg uitgegroeid zijn, kan men beginnen met krachttraining met behulp van apparatuur en halters.
- Bij gebreken aan een van de apparaten wordt dit onmiddellijk doorgegeven aan de desbetreffende trainer en aan de krachthonkcoördinator.
- Gebruik van materiaal (gewichten, stangen, medicijnballen, etcetera) buiten het krachthonk (op de baan) is alleen toegestaan onder begeleiding van een ter zake kundige CIKO-trainer.